Je kunt er jarenlang voorbij rijden en het gewoon niet zien. Nu is het sowieso opletten op de Randweg Dordrecht, ter hoogte van de Merwedeburg bij Papendrecht. Het zal niet de eerste keer zijn dat een argeloze automobilist zijn bezoek aan Dordrecht moet bekopen met een incasso van het CJIB. Maar dat bedoel ik niet. Ik heb het ook niet over de ark van Noach die op een zeker moment vanaf deze brug te zien was. Best aardig, maar toch vooral voor de liefhebber – en niet voor mij.
Het is namelijk veel mooier, veel indrukwekkender. Vast niet voor iedereen, maar wel voor mij. Vanaf de A15 op de N3 richting Dordrecht ligt aan de linkeroever, aan de Dordtse kant, de oudste kasteelruïne van Nederland. Kasteel (eigenlijk: Huis) te Merwede, al sinds de Sint Elizabethsvloed een stille getuige van eeuwenlange ontwikkeling en vooruitgang langs de Merwede. Het was haar sinds 1421 niet meer vergund deelgenoot daarvan te zijn. Een toeschouwersrol restte. Maar zelfs dat heb ik over het hoofd gezien.
Zomaar ineens besloot ik me te verdiepen in de ontstaansgeschiedenis van de Biesbosch en terloops kwam daar het bestaan van Huis te Merwede voorbij. De overblijfselen staan er nog steeds, las ik, en Wikipedia bevestigde dat. En zomaar ineens besloot ik een kijkje te nemen bij wat rest van Huis te Merwede.
***
Op mijn laatste vakantiedag stap ik in de auto. Op weg naar het kasteel, tegenwoordig gelegen op het uiterste puntje van industrieterrein De Staart. Ernaast een moderne gevangenis, er tegenover een McDonalds. De nieuwe tijd heeft het gebied niet met rust gelaten. De toegangsweg naar de ruïne lijkt een beetje sinister, maar dat moet aan mij liggen. Terwijl ik daar loop, voelt het alsof mijn laatste uurtje geslagen is. Ook dat is vast suggestie. Ik zie groen, maar ik zie nog steeds geen kasteel. Pas als ik het kleine parkeerplaatsje oploop, zie ik wat ik zoek… Het valt mee en het valt tegen. Het is eigenlijk te mooi om waar te zijn. Het verval is al ruim een decennium stopgezet. Want ruïnes zijn in deze eeuw – gelukkig – historisch erfgoed geworden, bedoeld om te bewaren.
Terwijl ik daar sta, langs een westwaarts stromende Merwede, mijmer ik over de tijd die hier voorbijtrok. Over de ridders Te Merwede, een familie van omhooggevallen edelmannen. Ooit woonden ze dichter in de richting van de stad, maar dat duldde Dordrecht niet. Er rolden koppen, men verzoende zich, maar de familie besloot te vertrekken, enkele kilometers verderop. Noem het een gentleman’s agreement. Adel in de stad lag altijd een beetje gevoelig bij machtsgeoriënteerde regenten. Op veilige afstand, maar in een strategische positie en nog steeds heel dichtbij Dordt, bleek het Huis ook bedreiging voor de stad. Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten koos het kasteel partij tegen Dordrecht. Jacoba van Beijeren (die van Woerkum) gebruikte het als uitvalsbasis. En ze verloor, de stad nam het Huis. De Sint Elizabethsvloed, enkele jaren later, gaf de genadeslag. Bevolking van Dordrecht maakte dankbaar gebruik van de kasteelruïne om haar huizen te bouwen. Het kringetje was rond.
***
Maar wat koop je daar nu voor, zulke mijmeringen. Ik besluit om terug te lopen. Naar de McDonalds. Over desillusie gesproken.