André Vonk Noordegraaf bewoont een ‘groene woning’. In principe heeft hij dus weinig te vrezen, zij het dat volgens de officiële berekeningen wel wat water in zijn huis kan komen. Bij zijn woning hoort nog een – lager gelegen – loods, bevolkt door dieren die wel natte voeten kunnen krijgen. Maar ook die kunnen rekenen op een oplossing, zo heeft Rijkswaterstaat belooft. Het grootste pijnpunt zit ergens anders.
Beperkte schaderegeling
Rijkswaterstaat heeft namelijk aangeboden om de woning te kopen. Ook in de toekomst blijven zij hiertoe bereid. Als Vonk Noordegraaf besluit om voorlopig in het gebied te blijven, kan hij aanspraak maken op een schaderegeling. Tot zover klinkt het als ‘in orde’. Het vervelende is echter dat er een tegenvallend taxatieraport ligt en deze schaderegeling vervalt als hij zijn huis verkoopt aan iemand anders.
Kortom, Rijkswaterstaat is daarmee de enige potentiële koper. Want wie wil er nu een woning die grote kans loopt op ‘natte voeten’, zonder dat daar een schaderegeling tegenover staat? Vonk Noordegraaf vindt dat Rijkswaterstaat zijn verantwoordelijkheid moet nemen voor het gebied en haar inwoners.
‘Als Rijkswaterstaat ons buitendijks brengt, moeten zij zorgen dat we kunnen blijven bestaan. Ze mogen zich niet terugtrekken en ons min of meer dwingen onze woning aan hen te verkopen. Het lijkt erop alsof Rijkswaterstaat op de lange termijn van de schaderegelingen af wil. Dat heeft men zich ook laten ontvallen tijdens een van de laatste vergaderingen en dit steekt nog het meest. Temeer als je bedenkt dat er door Rijkswaterstaat met geld gesmeten wordt.’
Onzekerheid speelt parten
‘In de polder achter onze woning zou aanvankelijk één compartiment gecreëerd worden, nu maakt men er drie van om daarmee de historische situatie weer te herstellen. Dit betekent echter ook dat er nieuwe bruggen om de drie compartimenten met elkaar te verbinden en nieuwe gemalen nodig zijn; dat is een hele kostbare zaak.’
Vonk Noordegraaf beseft dat de gevolgen van het project ‘Ruimte voor de Rivier’ niet echt in geld uit te drukken zijn. ‘Het is de onzekerheid die ons parten speelt. Het kan dag zijn, maar het kan ook nacht zijn en dit alles wordt ons nog eens opgedrongen ook. Dat voelt absoluut niet prettig. Als er overstromingsschade dreigt, moeten wij zo spoedig mogelijk de spullen in veiligheid brengen en het gebied verlaten. Dat is niet niks.’
‘Je kunt daarnaast verwachten dat de overstromingen alleen maar toenemen omdat de zeewaterspiegel stijgt, het klimaat verandert en de bodem daalt. Rijkswaterstaat berekent echter dat overstromingen niet vaak voor zullen komen; daarom moet het toch geen probleem zijn om voor die weinige bewoners en bedrijven die blijven, de schaderegeling van kracht te laten blijven?’