Vandaag is het 70 jaar geleden dat vernietigingskamp Bergen-Belsen bevrijd werd. Op 15 april 1945, de 14e nissan in de joodse jaartelling. Het voormalige concentratiekamp Bergen-Belsen bestaat niet echt meer. Direct na de bevrijding is alles platgegooid, uit angst voor verdere verspreiding van tyfus en luizen. Op de plek van de barakken rusten nu de doden. Bergen-Belsen is Gedenkstätte geworden. Vorige maand was ik daar.
Op een gedenksteen ter gelegenheid van één jaar bevrijding, zie ik deze datum staan. 15 april, 14 nissan. Ik heb niets in de gaten, overweldigd als ik al ben door de aanblik van zoveel versteende verschrikking. Mijn reisgenoot merkt het op. ‘Dat is op Pesach’.
Zekerheidshalve kijken we het na. Op onze iPhone, tussen de massagraven. Maar het klopt echt. Bergen-Belsen werd door de Britten bevrijd op 14 nissan 5706. De vooravond van de uittocht. Dat komt binnen als schurende symboliek.
Een huivering overvalt me. Bevrijdingsdag op Pesach, voor een handjevol mensen dat het geluk had te overleven. Bevrijdingsdag, op het feest van de uittocht. Als in herinnering wordt gebracht hoe het joodse volk ontkwam aan de slavernij van de farao.
Pesach. Het betekent voorbijgang. Toen de doodsengel het nageslacht van Jacob in leven liet omdat het lammetjesbloed langs de deurpost liep. Ongezuurde broden, matses, gedoopt in bittere saus.
Bittere ironie ook. Overleven op Pesach. Tussen de gestapelde lijken, waar bijna niemand overleefde.
Ik kijk om me heen. De herinneringssteen van Margot en Anne Frank, geplaatst door vader Otto Frank. Hij verloor vrouw en al z’n kinderen en hield niemand over. Ik zie de massagraven, als gebulte loopgraven kriskras door het veld.
HIER RUHEN 500 TOTEN. APRIL 1945
Even verderop 5000 doden in één graf.
1500 doden.
2500.
‘Het zwaarst geschut en ’t best geweer kan op het slagveld voordeel geven. Hier hielp geen kracht van wapens meer geen strijd hier leed een volk voor ’t leven’ – aldus een Nederlandse tekst op de gedenkmuur.
Even verderop staat een houten kruis. Gemaakt door Poolse vrouwen op de dag van de bevrijding, gebruikt bij hun dankdienst. Omgeven door dood en verderf.
Op dat moment snap ik het niet meer. Bittere ironie blijkt ook iets van Goddelijke mysterie te zijn. Omdat men bleef geloven, zelfs in de zwartste nacht.
Ik ben er nog steeds een beetje stil van.