De regio stond op z’n kop. De Biesbosch zou verdwijnen! Niet uit het landschap, maar wel van de Altenase kaart. Werkendam en Dussen zagen een belangrijk deel van hun grondgebied aan een naburige gemeente toebedeeld worden. En Aalburg kwam ook in opstand vanwege naderende fusie met Woudrichem.
Nou ja, het waren nog maar plannen, begin jaren ’90. De herindelingskoorts had weer eens toegeslagen. Onder leiding van G.J.A. Schampers, burgemeester van Schaik en in de wandelgangen ook wel bekend als de Schrik van Brabant, werd de gemeentelijke kaart van Brabant stevig opgeschud. Talloze gemeenten moesten het veld ruimen.
Herindeling 1973
Voor het laatst was fusie aan de orde geweest in 1973. Het aantal gemeenten in het Land van Heusden en Altena was van tien (!) naar vier gegaan. Aalburg, Dussen, Werkendam en Woudrichem bleven over. Al tijdens het Kamerdebat over deze herindeling vonden de grote partijen aanvankelijk dat één Altena-gemeente beter was voor het gebied. Maar gezien de grote eenstemmigheid ging de Tweede Kamer unaniem akkoord met het alternatieve plan om te komen tot vier gemeenten.
In 1992 kwam de commissie-Schampers dus met een serieus onderzoeksrapport dat adviseerde Werkendam en Dussen samen te voegen, evenals Woudrichem en Aalburg. Het Biesbosch-deel van Werkendam en Dussen kon dan aan de gemeente Made en Drimmelen toegewezen worden.
In actie voor de Biesbosch
Nog in hetzelfde jaar richtten streekgenoten het comité ‘Altena en Biesbosch is Eén’ op. Ze vonden op z’n minst dat de Biesbosch bij Altena moest blijven en ze pleitten ook voor één gemeente Altena. Enkele maanden later voegde een nieuw comité zich in het protest tegen de herindelingsplannen van de provincie. Onder leiding van Thomas Westerhout kwam het comité ‘Biesbosch bij Land van Altena’ op voor de onlosmakelijke band van de Biesbosch met het Land van Altena. (Eén grote Altena-gemeente was niet de inzet van dit comité.)
Opmerkelijk genoeg moedigde de provincie de vorming van één grote Altena-gemeente niet aan. ‘Daar moeten jullie heel goed over nadenken’, benadrukte gedeputeerde Van Nistelrooij. En voor andere plannen moest volgens hem dan veel draagvlak zijn. In tussentijd haalde het comité van Thomas Westerhout ruim 8.000 handtekeningen op en leverde het benodigde pakket aan draagvlak voor alternatieve plannen. Het was inmiddels april 1993. Wellicht onder de indruk van het verzet verklaarde het provinciebestuur dat de bestaande Biesbosch-grenzen gehandhaafd zouden blijven. Ook Aalburg mocht als zelfstandige gemeente verder, fusie was niet nodig.
Hogerhand
In tussentijd was staatsecretaris Van der Vondervoort van dat laatste nog niet zo zeker. Tot medio 1995 bestond de kans dat Aalburg en Woudrichem van hogerhand toch één gemeente moesten vormen. Maar Aalburg knokte voor zelfstandigheid. Werkendam en Dussen legden zich neer bij herindeling en bereidden inmiddels een fusie voor, mits de Biesbosch maar bij Werkendam zou blijven. En dat kon geregeld worden. Uiteindelijk besloot de Tweede Kamer om een streep door de fusie tussen Woudrichem en Aalburg te zetten. Aalburg gaf een feestje. Iedereen blij. Behalve dan de staatssecretaris.
Inmiddels herhaalt de geschiedenis zich. Dezelfde argumenten worden weer van stal gehaald. Wat in de jaren ’90 al voorzichtig geopperd werd, is nu dé inzet van de discussie: komt die ene Altena-gemeente er? Dat de finale ontknoping nu heel dichtbij lijkt te zijn, mag duidelijk zijn. Maar je wéét het nooit.