Marjolein Ambtman ziet een hechte buurtschap als gevolg van de Noordwaard-plannen uiteenvallen. De sociale en vooral de emotionele gevolgen zijn groot. ‘Onze gesprekken gaan momenteel niet anders dan over ‘wonen’ en ‘Biesbosch’.’
Ongenoegen
Onlangs uitte ze in een emotioneel betoog tijdens een bewonersbijeenkomst met Rijkswaterstaat haar ongenoegen over de gang van zaken. ‘Wat precies de aanleiding was, weet ik al niet meer. Er werd iets gezegd en toen dacht ik: nu wil ik de microfoon hebben. Ik wil vertellen wat dit met mij en met mijn gezin doet. Om iets te vertellen over de emotionele kant van het verhaal.’ Voor het Nieuwblad doet ze haar verhaal.
‘Wat ik moeilijk vind: er zitten hier veel gezinnen. Ongeveer 17 kinderen. We zitten hier samen bij elkaar en de saamhorigheid is groot. Deze gemeenschap bestaat al heel lang, maar valt nu door dit project uiteen. En dat gedwongen. Het zou iets anders zijn, als mensen zich vrijwillig terugtrekken. Maar dat is niet aan de orde; wij willen dit niet.’
Emotioneel aspect
Dit emotionele aspect is volgens Ambtman te midden van alle zakelijke wirwar onderbelicht gebleven. ‘Wat doet het bijvoorbeeld met kinderen. Nou heel veel, kan ik je zeggen. Dat kinderen liggen te huilen in bed en me vragen: wat moeten we doen als er water in ons huis komt, waar moeten we naar toe. En waarom komt er eigenlijk water in ons huis.’
‘Ik probeer ze dan uit te leggen dat de kindertjes in Gorinchem geen natte voeten mogen krijgen van de regering, en dat ons gebied daarom onder water komt bij hoog water. Maar leg ze eens uit waarom onze buren wél weg moeten, maar wij niet per se weg hoeven.’
Afscheid
‘Eén van de kinderen neemt binnenkort afscheid en vertrekt met haar ouders naar een ander dorp. Dat kind is helemaal uit haar doen. Het is niet haar keus om te vertrekken uit deze gemeenschap waar het goed, fijn en bekend is. Volgende week zaterdag staat het huis al leeg. Ik vind dat een akelig idee.’
‘Vorige week hebben we voor het laatst bij hen gegeten. We realiseerden ons dat dit de laatste keer was, dat we tussen de middag bij elkaar aten. Daarom hebben we er iets leuks van gemaakt, je wil het niet te zwaar maken, maar het leek wel een soort galgenmaal. Het doet je iets.’